Activiteiten Afdrukken



Workshop 2010


Workshop 2011


Open Forumdag


Expertiseseminaries


Studiedag

 

WORKSHOP 2010

Het vergeten middenveld? Migrantenorganisaties en hun erfgoed


OPZET

In het kader van het project werd op 26 en 27 februari 2010 een workshop georganiseerd in het Vlaams Parlement in Brussel.
Deze workshop omvatte twee luiken.

Op vrijdag 26 februari werd een stand van zaken geboden van recent historisch en sociaal-wetenschappelijk onderzoek naar enkele migrantengemeenschappen. Onderzoekers wierpen een licht op de verschillende migratiegolven en gemeenschappen. Daarbij was er aandacht voor de manifestatie van middenveldorganisaties in de samenleving en het belang van het cultureel erfgoed voor de historische ontwikkeling en studie van migratie. In de voormiddag werd daarbij een comparatieve invalshoek gehanteerd waarin de Maghrebijnse en de Turkse migratie in Nederland en Vlaanderen onder de loep werden genomen. In de namiddag lag de focus op enkele specifieke ontwikkelingen in België.

Op zaterdag 27 februari kreeg het Vlaamse migrantenmiddenveld en zijn erfgoed een centrale plaats. De voormiddag startte met de presentatie van de onderzoeksresultaten van het Stafkaartproject. Daarna kregen een aantal verenigingen de gelegenheid om zichzelf en hun cultureel erfgoed voor te stellen. In de namiddag werden een aantal initiatieven rond erfgoed voor het voetlicht gebracht. In het afsluitende rondetafelgesprek stonden de noden en de verwachtingen van de verenigingen centraal en werd er gepeild naar toekomstige samenwerking.

 


PROGRAMMA


26 februari 2010: Het onderzoek

9.00 uur
On
thaal en registratie

9.45 uur
Verwelkoming – Jan De Maeyer (directeur KADOC-K.U.Leuven)

10.00 uur
Een geschiedenis van immigratie naar België en Nederland en de rol van zelforganisaties
Frank Caestecker (Hogeschool Gent, HoGent en Universiteit Gent, UGent)

10.15 uur
De Maghrebijnse migratie casus Vlaanderen – Jozefien de Bock (European University Institute, EUI, Firenze)
De Maghrebijnse migratie casus Nederland – Annemarie Cottaar (Internationaal Insitituut voor Sociale Geschiedenis, IISG, Amsterdam)
Discussie

11.30 uur
Pauze

12.00 uur
De Turkse migratie casus Vlaanderen – Meryem Kanmaz (Expertisecentrum voor Islamitische Culturen in Vlaanderen, ECICV)
De Indiase diaspora in België – Hannelore Roos (K.U.Leuven)
Discussie

13.15 uur
Lunch

14.15 uur
Joodse migranten in Antwerpen
– Veerle Vanden Daelen (Universiteit Antwerpen, UA)
Discussie

14.45 uur
De Oost-Europese migratie in België
– Idesbald Goddeeris (K.U.Leuven)
Discussie

15.15 uur
Pauze

15.45 uur
De Duitse migratie in België – Antoon Vrints (UGent)
Discussie

16.30 uur
Slotbeschouwing

17.00 uur
Receptie

 


27 februari 2010: Het erfgoed

9.30 uur       
Onthaal en registratie

9.45 uur       
Verwelkoming – Geert Van Goethem (directeur Amsab-ISG, Gent)

10.00 uur        
Voorstelling van het project ‘Stafkaart Migrantenerfgoed Vlaanderen’ en zijn resultaten – Piet Creve (Amsab-ISG, Gent) en Karim Ettourki (KADOC-K.U.Leuven)

11.00 uur        
Pauze

11.30 uur        
Voorstelling migrantenorganisaties
– Fernando Marzo (Associazioni Cristiane dei Lavoratori Italiani, ACLI), Czeław Szkudlarski en Norbert Ziembiecki (Poolse Unie van België), Mohamed Chakkar (Federatie van Marokkaanse Verenigingen, FMV) en Stani Revinšek (Sloveense Katholieke en Culturele Vereniging Slomšek)

13.15 uur       
Lunch

Voorstelling erfgoedprojecten

14.15 uur        
Erfgoedinitiatieven binnen Mijn-Erfgoed – Katrien Schaerlaekens (Mijn-Erfgoed)

14.45 uur        
De culturele beleving van de Chinese gemeenschap en haar erfgoed in Antwerpen – Ching Lin Pang (K.U.Leuven, HEC-Ecole de Gestion de l’Université de Liège, ad-hoc-commissie Unesco)

15.15 uur        
Pauze

15.45 uur        
Gentse Gasten, het verhaal van de eerste generatie Marokkaanse migranten in Gent
– Zohra Boucharafat en Cedric De Bock (Nakhla, Gent)

16.15 uur        
Een cursus archiefzorg en -beheer voor middenveldorganisaties – Mariet Calsius en Charlotte Debroux (Archief en Museum voor het Vlaams leven te Brussel, AMVB)

16.45 uur        
Rondetafelgesprek

17.30 uur       
Muzikale afsluiting door het Sloveens koor Slomšek en aansluitend slotreceptie


 

VERSLAG

Het migrantenmiddenveld in Vlaanderen is niet alleen zeer divers, het heeft ook diepe historische wortels en vervult diverse, vaak mediërende functies. Migrantengemeenschappen beleven hun culturele identiteit in organisaties en verenigingen. Ze vinden er een ontmoetingsplaats en verdedigen er hun belangen. Het erfgoed van dat middenveld is echter uitermate bedreigd. In 2008 gingen KADOC-K.U.Leuven en Amsab-ISG van start met het project 'Stafkaart van het migrantenmiddenveld en zijn erfgoed in Vlaanderen'. Het project realiseert een repertorium van het hedendaagse en historische migrantenmiddenveld in Vlaanderen en van de daar bewaarde erfgoedgehelen. Aan het eindpunt van de eerste fase van dit project, gefinancierd door het FWO-Max Wildiersfonds, vond eind februari een workshop in het Vlaams Parlement plaats.

Die studietweedaagse kreeg als titel Het vergeten middenveld? Migrantenorganisaties en hun erfgoed mee. Op vrijdag 26 februari werd een stand van zaken gegeven van recent historisch en sociaal-wetenschappelijk onderzoek naar enkele migrantengemeenschappen in Vlaanderen. Diverse onderzoekers analyseerden de verschillende migratiegolven en de manifestatie van middenveldorganisaties binnen de samenleving. Op zaterdag 27 februari kregen de verenigingen en hun erfgoed zelf de hoofdrol.

Migratieonderzoek: stand van zaken


Na de verwelkoming door Jan De Maeyer (KADOC-K.U.Leuven) gaf Frank Caestecker (UGent) op vrijdag het startschot met een inleidende lezing over de geschiedenis van migratie naar België en Nederland. Caestecker benadrukte dat er ondanks bepaalde overeenkomsten, ook wel degelijk verschillen zijn tussen het immigratieverleden van de twee landen. Nederland heeft bijvoorbeeld veel langer dan België koloniale migranten aangetrokken. Niettemin was België in de eerste helft van de 20e eeuw veel attractiever voor potentiële migranten dan zijn noorderbuur. Caestecker bracht de fluctuerende migratiegolven in verband met de economische situatie in de vorige eeuw. Die gaf aanleiding tot het versoepelen of verstrengen van het migratiebeleid.

Met de uiteenzetting van Antoon Vrints (UGent) over de Duitse gemeenschap in België tussen 1870 en 1920 werd het onderwerp onmiddellijk een heel stuk verder terug in de tijd geplaatst. Voor de reconstructie van de Duitse gemeenschap baseerde Vrints zich op de archieven van de vreemdelingenpolitie. Uit zijn onderzoek blijkt dat de Duitsers zich vooral hadden gevestigd in de provincies Luik, Brabant en Antwerpen. In deze periode richtten ze tal van organisaties op. Scholen, religieuze instellingen, caritatieve initiatieven, zangkoren en verschillende kranten maakten onderdeel van deze dynamische migrantengemeenschap. Aan dat bloeiende verenigingsleven kwam na de Eerste Wereldoorlog een einde. De nasleep van de oorlog en de bijbehorende stigmatisering van de Duitse verenigingen als collaborateurs van de bezettingsmacht werden hen fataal. Dat mondde uit in de ontmanteling van de Duitse verenigingen.

Die fatale afloop vinden we ook terug in het verhaal van Veerle Vanden Daelen (UA) over de Joodse migranten in Antwerpen en hun organisaties. Die waren tijdens het interbellum in belangrijke mate gemodelleerd op het verenigingsleven in Oost-Europa, waaruit het merendeel van de Joodse migranten afkomstig was. De judeocide tijdens de Tweede Wereldoorlog vernietigde die structuren en ging ook gepaard met een aanzienlijk verlies aan archiefmateriaal. Na de oorlog kwam het verenigingsleven echter verrassend snel weer op gang. De soms terughoudende houding van sommige organisaties om hun archieven open te stellen en het ontbreken van expertise rond archivering kunnen echter een obstakel vormen voor onderzoekers. Een lichtpunt daarbij zijn de aanvullende archieven die bewaard worden in het buitenland, zoals in Amerika en Israël.

Netwerken, breuklijnen en virtuele gemeenschappen


Net zoals de Joodse migranten, bouwden de Turken volgens Meryem Kanmaz (ECICV) onmiddellijk na hun aankomst in West-Europa netwerken uit. De wijze waarop de Turkse gemeenschap zich organiseerde, was ook hier een spiegelbeeld van de situatie in het land van herkomst. Kanmaz spreekt in deze context eerder van netwerken en invloedssferen dan van strikte organisaties. De migranten uit de Anatolische provincies vormden een hecht netwerk door een gemeenschappelijke taal, iets wat bijvoorbeeld ontbreekt bij de Marokkaanse migranten. Ondanks deze interne cohesie zijn er wel degelijk ideologische en religieuze breuklijnen die veelal terug te voeren zijn naar de situatie in Turkije. Kanmaz benadrukt echter dat die grenzen en sferen steeds vager worden. In deze context wijst ze op het traditionele leiderschap met minder ruimte voor ontwikkelingen en sterke hiërarchie versus de jongere en dynamische voorgangers.   

Met Hannelore Roos (K.U.Leuven) werd de focus meer naar het oosten verlegd. Zij analyseerde de Indiase gemeenschap in Vlaanderen. Hoewel die diaspora relatief jong is, bestonden al in de jaren 1960 Indiase studentenverenigingen. Recentelijk groeiden belangrijke gemeenschappen in steden als Brussel, Antwerpen en Luik. In de Limburgse fruitstreek hebben zich vooral de sikhs uit de provincie Punjab gevestigd. In Sint-Truiden beschikken ze over een eigen tempel. Een tweede groep is actief in de Antwerpse diamanthandel. Ze komen overwegend uit de provincie Gujarat en zijn vooral aanhangers van het jaïnisme. Tot slot is er de meer heterogene groep van Indiase IT-professionals, die volgens Roos een soort virtuele gemeenschap vormen. Het verenigingsleven bij de Indiërs is veelal religieus verankerd en draait rond het in stand houden en doorgeven van cultureel-religieuze tradities.

Jozefien De Bock (EUI) en Annemarie Cottaar (IISG) namen de Marokkaanse migratie onder de loep in respectievelijk België en Nederland. De twee onderzoeksters relativeerden de impact van de officiële werving van Marokkaanse migranten in de jaren 1960. Velen van hen kwamen naar België met een toeristenvisum. Ook in Nederland is het aandeel spontane migranten aanzienlijk. De Marokkaanse migranten waren geen passieve schakels in een door de overheid aangestuurd migratieproces: velen hebben de oversteek bewust gemaakt, op zoek naar betere leefomstandigheden voor zichzelf en hun familie. Gradueel groeiden er ontmoetingsplaatsen: theatergezelschappen, sportverenigingen en moskeeën. Dezelfde tendens werd opgemerkt voor de Belgische situatie, al staat het onderzoek naar het Marokkaanse verenigingsleven in België, en zeker in Vlaanderen, nog in zijn kinderschoenen.

Idesbald Goddeeris (K.U.Leuven) sloot de eerste dag af met een uiteenzetting over de Poolse migratie naar België. Die gemeenschap werd onderzocht vanaf het begin van de jaren 1920 en werd getekend door verschillende breuklijnen. Ze telde mijnwerkers en intellectuelen, communisten en anticommunisten, joden en katholieken. In zijn referaat behandelde Goddeeris de niet-joodse Polen en vertrok vanuit de overkoepelde initiatieven die door de jaren heen zijn opgezet als poging om de verschillende kloven in de Poolse diaspora te overbruggen. Bij gebrek aan goed ontsloten bronnenmateriaal in België maakte hij vooral gebruik van archieven in Londen en Warschau. Goddeeris besloot zijn uiteenzetting met twee pertinente vragen. Hoe representatief zijn de organisaties van migranten en wie heeft belang bij de oprichting en uitbouw ervan? Goddeeris schat de aanhang van het Poolse middenveld in historisch perspectief op ongeveer 10 procent. Bepaalde organisaties werden ook duidelijk vanuit het land van herkomst aangestuurd.

Het middenveld en zijn erfgoed

Op de tweede dag van de workshop presenteerden Karim Ettourki (KADOC-K.U.Leuven) en Piet Creve (Amsab-ISG) samen de eerste resultaten van het stafkaartproject. De verenigingen en hun erfgoed werden toegelicht en de gegevensverwerking werd geïllustreerd aan de hand van de ODIS-databank. In totaal werden 57 verenigingen en 40 erfgoedcollecties geprospecteerd/geregistreerd. Aansluitend namen vertegenwoordigers van diverse middenveldorganisaties het woord.
Fernando Marzo van de Associazioni Cristiane dei Lavoratori Italiani (ACLI) beet de spits af. De ACLI is opgericht na de Tweede Wereldoorlog als een sociale organisatie om de katholieke Italiaanse migranten te omkaderen. In België werkte de ACLI samen met de christelijke werknemersbeweging. Uit het betoog van Marzo bleek een grote interesse en inzet voor de bewaring en ontsluiting van het eigen cultureel erfgoed. Samen met bevoegde instellingen wil hij daar verder werk van maken.
De Poolse Unie van België (1923) werd voorgesteld door Czesław Szkudlarski en Norbert Ziembicki. Ze overkoepelde een uitermate bloeiend en divers Pools verenigingsleven met onder meer turnkringen, scholen, zangkoren, schuttersgilden en vrouwenwerkingen in nagenoeg alle mijncités. Van de vroegste verenigingen is echter weinig erfgoed bewaard gebleven. Het leeuwendeel dateert uit de periode na de Tweede Wereldoorlog en werd gecentraliseerd bij de Poolse Unie in Beringen-Mijn. Die erfgoedgehelen documenteren vooral de Poolse aanwezigheid in de Limburgse mijnstreek. Fragmentarisch worden er echter ook collecties bewaard uit het Franstalig deel van België, zoals handgemaakte vaandels van de reeds verdwenen Poolse Unies van Elouges of Dampremy. Voor de collectie wordt een bestemming gezocht. De vereniging overweegt een overdracht van haar uitgebreide bibliotheek naar Polen, het andere materiaal dient evenwel lokaal verankerd te worden.
De Federatie van Marokkaanse Verenigingen (FMV) werd opgericht als reactie op de overwinning van extreemrechts in Vlaanderen in 1991. Mohammed Chakkar, de huidige voorzitter van de koepel, schetste kort de historiek en de werking van de organisatie. Ondanks tal van culturele activiteiten verschilt de actieradius van deze vereniging van de andere spelers in het veld. De koepel besteedt veel aandacht aan sociaaleconomische thema’s: werkloosheid en discriminatie op de arbeidsmarkt, schoolachterstand en huisvesting. De bewaring en ontsluiting van het erfgoed vormen geen prioriteit binnen de werking van de koepel. Veel materiaal is al in de container terechtgekomen, zo moest Chakkar met pijn in het hart bekennen. Er is dringend nood aan ondersteuning en sensibilisering.
De katholieke en culturele vereniging Slomšek stelde de Sloveense gemeenschap voor. Die behoort samen met de Poolse tot de oudste migrantenpopulatie van Limburg. De eerste Slovenen vonden hun weg naar het Limburgse koolmijnbekken in de jaren 1920. Volgens voorzitter Stani Revinšek zijn de Slovenen bijzonder goed geïntegreerd in de Belgische samenleving, maar ze koesteren wel hun culturele tradities. Ondanks hun relatief kleine aantal, wisten ze door de jaren heen een bruisend verenigingsleven uit te bouwen in de cités. Dit jaar viert de vereniging Slomšek haar 50e verjaardag, een aanleiding om het Sloveense erfgoed in Vlaanderen nadrukkelijk voor het voetlicht te brengen. Daarvoor zoekt de vereniging naar samenwerking.

Erfgoedinitiatieven

In de namiddag kwamen vier erfgoedprojecten aan bod. De Erfgoedcel Mijn-Erfgoed presenteerde haar werking rond de geschiedenis en het erfgoed van de migratie in de regio. Onderzoekster Ching Lin Pang (K.U.Leueven, HEC-ULg) nam de Chinese gemeenschap in Antwerpen onder de loep. Er is een actief verenigingsleven dat voor de buitenwereld nog vrij onbekend is. Er groeit stilaan meer openheid en die gaat gepaard met culturele profilering. De viering van het lente- en maanfeest is vandaag toegankelijk voor het grote publiek. De Gentse organisatie Nakhla stelde het project Gentse Gasten voor, het verhaal van de eerste generatie Marokkaanse migranten in Gent. Dit project mondde uit in een documentaire, een theatervoorstelling en een fototentoonstelling over de Marokkaanse pioniers in de stad. Het AMVB sloot dit onderdeel van het programma af. Die instelling organiseerde in het kader van het project Herinnering en Migratie diverse initiatieven, bijvoorbeeld een cursus erfgoedzorg, gericht op de in Brussel gevestigde koepelstructuren.

Conclusies

De tweedaagse studiebijeenkomst werd afgesloten met een rondetafel onder leiding van Geert van Goethem (Amsab-ISG). Daarin werden vragen uit het publiek beantwoord en gingen de initiatiefnemers in gesprek met de verenigingen. Ten slotte werden ook pertinente conclusies geformuleerd. Zo kon worden vastgesteld dat het onderzoek nog vrij weinig belangstelling heeft getoond voor het historische en actuele migrantenmiddenveld. Nochtans vormen de verschillende organisaties een sociale realiteit in Vlaanderen en vervullen ze belangrijke functies, niet louter binnen de betrokken gemeenschappen, maar ook tussen hen en de bredere samenleving. Onderzoek kan bijdragen tot een beter begrip van de complexe processen van migratie en integratie. Het levert belangrijke inzichten, complementair aan de studie van het migratiebeleid en van individuele ervaringen. Structureel, ideologisch en operationeel werden de betrokken verenigingen niet zelden beïnvloed en/of gekenmerkt door de situatie in het land van herkomst. Daarom moet de dynamiek van dit middenveld ook gevaloriseerd worden in een internationale context, waarbij men de fluctuerende relaties met het moederland niet uit oog mag verliezen.
Dat laatste geldt vanzelfsprekend ook voor het erfgoed dat door deze organisaties werd geproduceerd en bewaard. Dat is rijk, zeer divers, maar ook uitermate bedreigd. De getuigenissen op de workshop maakten duidelijk dat het hoogtijd is voor actie. De voorlopige resultaten van het stafkaartproject van Amsab-ISG en KADOC-K.U.Leuven bewijzen de nood aan expertise en ondersteuning van de organisaties. Er dringt zich een actieplan op om op duurzame wijze dat erfgoed te kunnen ontsluiten en valoriseren. Daarvoor is samenwerking tussen de verschillende actoren op het veld noodzakelijk. De band en samenwerking tussen onderzoekers, bevoegde bewaarinstellingen en het betrokken middenveld zijn daarbij essentieel. Met het stafkaartproject werd de basis gelegd voor een duurzaam vervolgproject waarin het erfgoed van het migrantenmiddenveld op een verantwoorde wijze zijn plaats kan krijgen in Vlaanderen.

 

WORKSHOP 2011

Gluren bij de buren - Een workshop over erfgoed en migrantenorganisaties

In 2010 kon het stafkaartproject door financiering van de Vlaamse Gemeenschap worden gecontinueerd. Voor een periode van drie jaar wordt een systematische prospectie- en registratieronde in heel Vlaanderen en Brussel gepland. Om rond dat thema blijvend te sensibiliseren, netwerken op te bouwen met andere erfgoedactoren in Vlaanderen en de opgedane expertise verder te verspreiden in het Vlaamse erfgoedveld organiseerden KADOC en Amsab-ISG op 5 februari 2011 een tweede studiedag ‘Gluren bij de buren, migrantenorganisaties en hun erfgoed’in de lokalen van FARO, Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed vzw, in Brussel.

Op die workshop werden sprekers uitgenodigd van erfgoedinstellingen in onze buurlanden die een jarenlange expertise hebben opgebouwd inzake de bewaring en valorisatie van migratiearchieven. Daarnaast kwamen ook twee migrantenorganisaties uit Vlaanderen aan het woord: de Ghanese organisatie Centrum voor de Ontwikkeling van de Jeugd van Ghana uit Gent en de multi-etnische vrouwenorganisatie Vrouwen in Beweging uit Ronse, die hun culturele werking en erfgoedbeleving toelichtten.

Tatiana Sagatni gaf een exposé over het Franse documentatiecentrum Génériques. Die instelling werd in 1987 opgericht en besteedt bijzondere aandacht aan het lokaliseren, inventariseren en ter beschikking stellen van erfgoed over de geschiedenis van migratie vanaf de negentiende eeuw. Génériques werkt nauw samen met het officiële Franse archiefwezen, zoals de Archives nationales. De samenwerking met de Direction des Archives de France leidde in 1999 en 2004 tot de publicatie van de lijvige inventaris Les étrangers en France. Guide des sources d’archives publiques et privées XIXe-XXe siècles. Die biedt een overzicht van zowel publieke, regionaal en nationaal, als private archieven en geeft informatie over diverse organisaties van migranten. Daarnaast belicht ze ook vooraanstaanden met een migrantenachtergrond in de politieke, kunst- en economische wereld.

Parallel werd gewerkt aan de oprichting van de online databank Odysséo. Die geeft toegang tot een scala van bronnen, gaande van affiches en periodieken tot iconografisch en audiovisuele materiaal en is dus een belangrijk werkinstrument voor onderzoekers. Door de toenemende belangstelling voor het thema is er ook bij de gebruikers een grotere diversiteit merkbaar.
Het bewaren van erfgoed behoort niet tot de kerntaken van Génériques. Het centrum fungeert veeleer als een schakel tussen de archiefvormer en de bewaarinstelling en heeft voornamelijk een transitfunctie. Génériques speelt dus een mediërende rol tussen de erfgoedproducenten en de professionele bewaarinstellingen. Het centrum werkt intensief samen met de migrantenorganisaties. Ze worden betrokken bij de realisatie van grote publieksmomenten of colloquia, die vaak een sensibiliserend effect hebben. Over deze en andere activiteiten wordt uitgebreid gerapporteerd in het huistijdschrift Migrance.

Antoinette Reuter is als vrijwilliger betrokken bij het Centre de Documentation sur les Migrations Humaines in Dudelange in het Groothertogdom Luxemburg. Zij licht te de werking van dat centrum toe, dat volledig afhankelijk is van vrijwilligers en wortels heeft in grassrootsbewegingen. In Luxemburg heeft ongeveer de helft van de bevolking een migratieachtergrond. Aandacht voor dat thema is er dan ook evident. Ondanks die belangstelling ontbreken de nodige middelen voor een professionalisering. In het Groothertogdom Luxemburg wordt in het algemeen weinig geïnvesteerd in archiefinstellingen, waardoor zelfs publieke archieven worden bedreigd.

Het centrum investeert veel in tijdelijke activiteiten die het onderwerp migratie naar een breed publiek vertalen. Het hanteert daarbij een globale visie op migratie. Zowel autochtone Luxemburgers als migranten worden bij de projecten betrokken. Het centrum focust op een verscheidenheid aan archieven, zoals persoons-, verenigings- en/of bedrijfsarchieven. Zo werden op zijn initiatief ongeveer 200.000 dossiers van immigranten, déclarations d’arrivée, gedigitaliseerd. Dat project werd gerealiseerd in samenwerking met de universiteiten van Luxemburg en Metz. Verder steunt de werking op intensieve samenwerking en netwerking, zowel op lokaal als internationaal vlak. Op Europees niveau ijvert de instelling voor de bewaring en verwerking van het migrantenerfgoed in archieven en musea.

Teun de Bruijn gaf een uiteenzetting over het Erfgoedcentrum DiEP in Dordrecht. Dat ontstond in 2007 uit de samenvoeging van het Stadsarchief en de collecties van het Bureau Monumentenzorg en Archeologie Dordrecht. Het stadsarchief, dat werd opgericht in 1885, beheert zowel de gemeentearchieven als archieven van particuliere organisaties. Het Nederlandse archiefwezen kreeg rond 2000 grote belangstelling voor het migrantenerfgoed, waarbij de focus zowel lag op het opsporen als het verwerven ervan. Het stadsarchief speelde een pioniersrol in de projecten rond migratie. Dordrecht telt ongeveer 118.000 inwoners. Turken, Antillianen, Surinamers en Marokkanen behoren tot de grootste migrantengemeenschappen van de stad. Met de Turken en de Antillianen werden diverse projecten gerealiseerd.

Zo werden in 1999 contacten gelegd met de Turkse Stichting Tuana voor een erfgoedproject. In 2001 trokken onderzoekers en leden van de Stichting naar Kayapinar, een dorp in Centraal-Anatolië waaruit de meeste Turkse inwoners van Dordrecht afkomstig zijn. Door interviews trachtten ze het dagelijks leven, de gevolgen van de migratie en de rol en invloed van de emigranten op de lokale gemeenschap vast te leggen. Een fotograaf stond in voor het beeldmateriaal. Het project was een groot succes en leidde tot de publicatie van een tweetalig boek, een dvd, een fotocollectie, geluidsbanden, filmbeelden en egodocumenten. Het verzamelde erfgoed kwam uiteindelijk in de collectie van het erfgoedcentrum terecht.
DiEP heeft heel wat lessen getrokken uit de projectwerking rond de migrantenverenigingen en hun erfgoed. Hun inbreng is van vitaal belang, maar contacten leggen en onderhouden is niet vanzelfsprekend en een werk van lange adem. De initiatiefnemers koesterden vaak te hoge verwachtingen. Bovendien gaat het vooral om een specifiek soort bronnen, namelijk oral history.


Eric Hayfron-Ashun stelde het Gentse Centrum voor de Ontwikkeling van de Jeugd van Ghana voor. De voorzitter van de organisatie gaf een kort overzicht van de gebeurtenissen die tot de Ghanese diaspora hebben geleid. De politieke instabiliteit in Ghana zorgde in de jaren 1970 voor een migratiegolf naar Nigeria en in de jaren 1980 naar verdere bestemmingen, zoals West-Duitsland en België, met concentraties in Gent, Antwerpen, Brussel en Luik. De eerste Ghanezen arriveerden in Gent rond 1982. Vandaag zijn er ongeveer 1500 in de stad. Bij hen groeide het besef dat de verhalen van hun migratie moesten worden opgetekend. Hier zien we het belang van erfgoed als identiteitsvormer. Voor de Ghanese gemeenschap is die registratie vooral belangrijk voor het nageslacht, maar voor de vereniging maken die verhalen ook deel uit van de Vlaamse geschiedenis. Omdat de jonge vrijwilligersorganisatie, als vzw opgericht in 2008, maar een beperkte slagkracht heeft, zocht ze partners voor de realisatie van het project, waarbij ze een beroep deed op de Federatie van Zelforganisaties Vlaanderen en Heemkunde Vlaanderen. Voor de bewaring van de interviews werd reeds contact opgenomen met Amsab-ISG.

Safia Marzouki en Nadia Srasra lichtten de werking van Vrouwen in Beweging toe, een organisatie uit Ronse die vrouwen uit diverse gemeenschappen samenbrengt. De vereniging is opgericht in 2005 en werd in 2007 een vzw. Ze heeft als doel de cultuurparticipatie van allochtone vrouwen te vergroten en de contacten tussen de vrouwen van de verschillende gemeenschappen in de stad te bestendigen. Cultuurbeleving is een belangrijk onderdeel van de werking. Daarvoor wordt actief samengewerkt met andere verenigingen. Vrouwen in Beweging weet daardoor veel allochtone vrouwen te bereiken. Via het Oost-Vlaamse diversiteitscentrum ODiCe komt de organisatie ook in contact met het autochtone middenveld. In 2009 werd in het kader van ‘Ronse Wereldstad’ een totaalproject uitgewerkt met ODiCe, de Vereniging voor Ontwikkeling en Emancipatie van Moslims, Wereldsolidariteit en de stad Ronse. Dat mondde onder meer uit in een debat, een tentoonstelling, een culturele wandeling en een educatief aanbod voor het secundair onderwijs. De tentoonstelling focuste op de Tunesische emigratie in Ronse en gunde het publiek een blik op de ervaringen van de eerste generatie migranten, die vanaf 1963 vooral werd aangetrokken door de textielindustrie in de regio. Marzouki sloot zich aan bij het vertoog van Eric Hayfron-Ashun en beklemtoonde het belang van erfgoed als identiteitsvormer. Binnen de organisatie wordt daar echter creatief mee omgegaan.


Jan De Maeyer en Geert Van Goethem, directeurs van respectievelijk KADOC en Amsab-ISG, eindigden met een aantal algemene bespiegelingen. Migratie is een belangrijke component van de geschiedenis van een plaats, een regio of een land. De verschillende erfgoedprojecten over migratie bevestigen dat. Terwijl diverse organisaties zich inzetten om hun cultureel patrimonium onder de aandacht te brengen, moeten archiefinstellingen hun expertise ter beschikking stellen voor de veilige bewaring van die erfgoedgehelen en de organisaties waar nodig ondersteunen. De belangstelling van KADOC en Amsab voor het migrantenerfgoed vloeit voort uit hun functie als bewaarinstelling en expertisecentrum. Aandacht voor het migrantenmiddenveld is een onderdeel van hun missie. KADOC benadert dat middenveld en zijn erfgoed vanuit zijn interesse voor de evoluerende wisselwerking tussen religie, cultuur en samenleving. Voor Amsab sluit dat aan bij zijn focus op sociaal-progressieve bewegingen en hun erfgoed. Bij de verkenning van dat nieuwe werkveld wordt gewerkt aan de opbouw van een vertrouwensrelatie. De Maeyer benadrukte het belang van de interactie met de migrantenorganisaties en onderstreepte het engagement en de blijvende inspanningen van KADOC en Amsab op dat vlak.

Migrantenorganisaties en collectiebeheerders moeten tot een verhouding komen waarbij alle betrokkenen erop vooruitgaan. Er kunnen diverse vormen van samenwerking ontstaan. Publieksgericht werken is daarbij essentieel. Belangrijk is ook dat de migrantenorganisaties een volwaardige stem hebben. Samenwerking tussen de middenveldorganisaties, de erfgoedinstellingen en de academische wereld is het sleutelwoord. In dat proces spelen de diverse overheden eveneens een belangrijke rol. De inbreng van specifieke competenties moet leiden tot een synergie, die het thema ten goede komt.

De studiedag werd afgesloten met een korte monoloog uit “De rok vertelt”, een theaterstuk uit de werking van Vrouwen in Beweging, gebracht door Fairouz Gazdallah.

 

OPEN FORUMDAG

Op 30 oktober organiseert het Minderhedenforum voor de zesde keer een Open Forumdag, deze keer in Genk.
De Open Forumdag is een trefdag waar etnisch-culturele minderheden in debat gaan met elkaar, met politici en met het middenveld, over thema's als media, werk, onderwijs, identiteit, discriminatie en andere cruciale maatschappelijke vraagstukken.
Samen met het AMVB en het Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS) organiseren KADOC-K.U.Leuven en Amsab-ISG een workshop over omgaan met het eigen verenigingsarchief.

De projectmedewerkers nemen deel aan 2 workshops.

1.VER VAN VREEMD: HET ARCHIEF VAN UW VERENIGING

Tijdstip:
10u30-12u30
Locatie:
C-Mine: Cultuurcentrum
Inhoud:
Klasseren, archiveren, weggooien, bewaren, opzoeken én terugvinden,…. Voor velen een haast ongemerkte routine. Tijd en middelen ontbreken soms, maar er zijn systemen die met een kleine inspanning, een maximale return geven, zowel voor je dagelijkse werking als voor vragen van anderen. (Jaar)verslagen en subsidie-dossiers opstellen wordt ineens minder complex en bij controles heb je bewijsmateriaal in een vingerknip bij de hand. In deze interactieve workshop ga je praktisch aan de slag. We beginnen bij het begin: overbodige stukken vliegen eruit en we stellen orde op zaken! Daarna gaan we in op het bewaren van materiaal voor gebruik nu en in de toekomst.
Sprekers:

Piet Creve - Medewerker AMSAB

Charlotte Debroux

Karim Ettourki

Joris Wauters

Moderator:

Partners:
AMSAB-Instituut voor Sociale Geschiedenis
AMVB- Archief en Museum voor het Vlaams leven te Brussel
CEMIS- Centrum voor Migratie en Interculturele Studies
KADOC-K.U.Leuven - Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Religie, Cultuur en Samenleving

2.ERFGOED IN EEN INTERCULTURELE MAATSCHAPPIJ: DISCUSSIEER MEE

Tijdstip:
13u30-15u15
Locatie:
C-Mine: Cultuurcentrum
Inhoud:
Roept de term ‘erfgoed in Vlaanderen’ ook oude kerken, kasteelratten en Bruegeliaanse schilderijen bij je op? Of hanteer je een ruimere definitie en denk je bij ‘erfgoed’ ook aan allerlei stadsverhalen en dorpslegenden, aan de kledij waarin men vroeger huwde, aan de manier waarop de landbouw evolueerde,…?

Wat wij Vlaams erfgoed noemen, is van oudsher een mix van lokale en van elders geïmporteerde kennis en gebruiken. Erfgoed en identiteit bestaan uit een steeds veranderende mix van elementen uit het verleden, elementen van hier en elementen van elders. Deze activiteit is voorzien voor een kleine groep die van gedachten willen wisselen.
Wij zijn benieuwd wat hun mening is en wij zijn nog nieuwsgieriger naar de uwe!

Wil je je mening kwijt of wil je een mening vormen over migratie-erfgoed, etnisch-cultureel erfgoed, intercultureel erfgoed? Heb je ideeën over hoe de samenleving, hoe de erfgoedsector, hoe de etnisch-culturele minderheden nog bewuster met dit erfgoed kunnen omgaan? Kom dan mee aan tafel zitten, luister naar wat anderen te zeggen hebben en doe zelf je zegje.

Sprekers:

Marc Jacobs - Directeur Faro

Piet Creve - Medewerker AMSAB

Selamet Belkiran - Coördinator UTV

Kris Geysen - Publiekswerking Red Star Line

Moderator:
Katrijn D'hamers
Partners:
AMSAB - Instituut voor sociale geschiedenis
FARO. Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed vzw
Red Star Line museum
UTV - Unie van Turkse Verenigingen

 

Een verslag van de Open Forumdag vindt u op:

//www.minderhedenforum.be/2OFD2010/documents/VerslagboekOFD2010.pdf

EXPERTISESEMINARIES

Een  eerste expertseminarie werd opgezet in samenwerking met de Federatie van Marokkaanse Verenigingen (FMV) in Antwerpen en ging door op 16 december 2010. Er werd op een gepersonaliseerde aanpak die aansluit bij de behoeften van de organisatie een seminarie erfgoedbeheer georganiseerd voor het secretariaat en de medewerkers van FMV. Met deze vormingen trachtten we enerzijds de federatie aan te moedigen om haar erfgoed te bewaren, anderzijds boden we de nodige tools aan om aan de slag te gaan: Wat is erfgoed, wat zijn archieven, wat zijn de voordelen van een goed bewaard archief voor de organisaties op korte en lange termijn, wat zijn de gevaren voor een archief, hoe zit dat juist met digitale documenten en waar kan ik terecht met archieven? Deze en andere vragen kwamen uitgebreid aan bod.

Een tweede expertseminarie werd georganiseerd in samenwerking met het Platform van Afrikaanse Gemeenschappen (PAG). Op 5 mei 2011 werd een vergadering gehouden waarin de opzet van de vorming werd besproken. Sofie Vancoillie, educatief medewerkster bij PAG, raadde ons na het verkennend gesprek aan om de vorming zo weinig mogelijk interactief in te richten. Veel bestuursleden van de lidorganisaties zouden eerder naar een uiteenzetting luisteren dan actief deelnemen aan een gesprek of een debat. Rekening houdend met dit gegeven werd uiteindelijk gekozen voor een laagdrempelige introductie tot het belang van erfgoed/archieven. De focus werd gelegd op erfgoed als identiteitsvormer; erfgoed dat van belang kan zijn voor zowel individuen als organisaties. Uiteindelijk ging de vorming door op 26 mei 2011 op het PAG te Antwerpen. Een 20-tal vertegenwoordigers, voornamelijk voorzitters en secretarissen, van lokale Afrikaanse organisaties hebben het evenement bijgewoond. De respons was positief: de aanwezigen waren vragende partij voor een vervolgmoment waar technische aspecten rond het omgaan met het eigen erfgoed aan bod zullen komen.

 

STUDIEDAG

onder constructie